CONGREGATIE VOOR DE GELOOFSLEER Normen voor de procedure ter beoordeling van
2. In de loop der jaren is dit document gepubliceerd in verschillende boeken die over deze zaken gaan, in meer dan één taal, zonder voorafgaande toestemming van dit Dicasterie. Tegenwoordig moet men erkennen dat de inhoud van deze belangrijke normen algemeen bekend is. Daarom is de Congregatie voor de Geloofsleer de overtuiging toegedaan dat het nu passend is om deze normen te publiceren en vertalingen in de belangrijkste talen beschikbaar te stellen. 3. De problematiek die voortkomt uit de ervaring van bovennatuurlijke verschijnselen, werd tijdens de Gewone Vergadering van de Bisschoppensynode over het Woord van God in oktober 2008 door sommige bisschoppen ter sprake gebracht als een punt van pastorale zorg. Hun zorg werd erkend door de Heilige Vader, Benedictus XVI, die de kwestie heeft geplaatst in de bredere context van de heilseconomie, in een veelzeggende passage van de postsynodale apostolische exhortatie Verbum Domini. Het is belangrijk om hier te herinneren aan dit onderwijs van de paus, dat een uitnodiging is om passende aandacht te besteden aan deze bovennatuurlijke verschijnselen: "Met dit alles brengt de Kerk het bewustzijn tot uitdrukking dat zij in Jezus Christus tegenover het definitieve woord van God staat: Hij is 'de eerste en de laatste' (Apok. 1:17). Hij heeft schepping en geschiedenis hun definitieve betekenis gegeven, en daarom zijn we geroepen om in dit eschatologische ritme van het woord de tijd te beleven en de schepping van God te bewonen; ‘daardoor zal de christelijke heilsorde, namelijk het nieuwe en definitieve verbond, nooit voorbijgaan en is er geen nieuwe publieke openbaring meer te verwachten vóór de verschijning van onze Heer Jezus Christus in heerlijkheid (vgl. 1 Tim 6:14 en Tit 2:13) '. Zoals de Vaders tijdens de Synode hebben opgemerkt, ‘komt het bijzondere van het christendom tot uitdrukking in het gebeuren van Jezus Christus, het hoogtepunt van de openbaring, de vervulling van Gods beloften en de middelaar van de ontmoeting tussen mens en God. Hij “die ons God heeft doen kennen” (Joh. 1:18) is het ene en definitieve woord dat aan de mensheid is gegeven. Sint Johannes van het Kruis drukt deze waarheid uitmuntend uit: 'Omdat Hij ons zijn Zoon heeft gegeven, zijn ene en enige woord, heeft Hij ons in dit enige woord alles in een keer gezegd en Hij heeft niets meer toe te voegen ... want wat Hij vroeger in delen tot de profeten zei, heeft Hij ons nu in Hem in zijn geheel gezegd, door ons dit Geheel te geven dat zijn Zoon is. Wie daarom de Heer nog zou willen ondervragen of van Hem een visioen of openbaring verlangt, is niet alleen schuldig aan dwaas gedrag, maar beledigt Hem ook, omdat hij zijn blik niet volledig op Christus richt maar iets anders en nieuws zoekt '(De Beklimming van berg Karmel, II 22).' 4. Ik hoop van harte dat de officiële publicatie van de Normen voor de procedure ter beoordeling van vermeende verschijningen of openbaringen de herders van de katholieke kerk kan helpen in hun moeilijke taak van de beoordeling van vermeende verschijningen, openbaringen, boodschappen of – meer in het algemeen – buitengewone verschijnselen van vermeende bovennatuurlijke oorsprong. Tegelijkertijd kan deze tekst hopelijk nuttig zijn voor theologen en deskundigen op dit gebied van de levende ervaring van de Kerk, waarvan het delicate karakter een steeds verdiepte bestudering vereist.
William Card. Levada Vaticaanstad, 14 december 2011, gedachtenis van de heilige Johannes van het Kruis.
[1] postsynodale apostolische exhortatie, Verbum Domini, over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk, 30 september 2010, n. 14: AAS 102 (2010) 695-696. Zie ook de passages van de Catechismus van de Katholieke Kerk die gewijd zijn aan dit onderwerp (nn. 66-67).
|
|